Geschiedenis van het glas



Het Glas in België door Benoit Painchart


Geschiedenis



 

Volgens een overlevering, opgetekend door Plinius de Oudere, zagen glastechnieken het daglicht in het Nabije Oosten. Dit blijkt ook uit ontdekkingen in Egypte en Syrië, daterend uit de vijftiende eeuw voor Christus.


Historici dateren de uitvinding van de blaaspijp in de eerste eeuw voor Christus.


De Kelten zouden de eerste glasbewerkers van Europa geweest zijn.


Na de val van het Romeinse Rijk verdwenen de grote glasateliers van Europa. Maar sommige bleven bestaan tot de vijfde Eeuw, in het bijzonder in België.


Dankzij het glasraam zag de dertiende eeuw een opleving in de productie. Yvette Vanden Bemden heeft in de collectie "Corpus Vitrearum" een studie gewijd aan glasramen in Brabant en Limburg.


Verschillende bevoegdheden van ons land (de Raad van Brabant en van Henegouwen, het vorstendom Luik etc.) hebben altijd gepleit voor fiscale immuniteit voor de glazeniers op basis van het charter van 1438 uitgevaardigd door de Franse koning Karel VII.

De oudste glazeniersfamilies van ons land zijn de familie COLLINET van Luik en de familie FERRY, vooral gevestigd in Henegouwen en Brabant. Zij produceerden hol glas.


De technische innovatie en de dorst naar schoonheid en grote luxe hebben bij glasambachtslieden, die uit verschillende streken kwamen, vernieuwingen bevorderd. Zo groeide in de zestiende en zeventiende eeuw het Italiaans glaswerk in Antwerpen, Luik, Brussel, Bois-le-Duc en Verdun. In diezelfde periode kwam de Lotharingse techniek van vlak glas op in Brabant en Namen en in de achttiende eeuw het Duitse in Charleroi.


Ons land kan erop bogen tijdens de achttiende en negentiende eeuw de hoofdstad van de glaskunsten te zijn, in het bijzonder dankzij de Charleroise glazeniers. Terwijl Charleroi 13 glazeniers telde in 1780, telde alleen de gemeente Lodelinsart 26 glazeniers in 1886!


Sommigen van hun producten spreken tot de verbeelding en het collectief geheugen, zoals het glaswerk met bloemen, dieren, de "slangenglazen" en de fles van het water van Spa! Naast de commerciële productie was de beheersing van de technieken van kristalglas een prioriteit van de meesterglazeniers. De Naamse Sébastien Zoude was in 1761 de eerste op het continent om kristalglas aan te bieden dat 30% minder kostte dan zijn Engelse concurrent.


In 1778 wordt de Cristallerie de Vonêche opgericht en deelt voor meerdere jaren dezelfde bestemming als haar zusteronderneming Baccarat! In dezelfde periode wordt in de Glacerie de Bruxelles, gevestigd in Braine vlakglas geproduceerd volgens het procédé van het gieten van glas.


In 1825 verlaten François Kemlin en Auguste Lelièvre Vonêche en stichten, geholpen door François Akerman, ontvanger-generaal van de Ardennen, de SA des Cristalleries du Val-Saint-Lambert, die de parel en het symbool van onze know-how in glaswerk wordt.


In 1836 creëert de Generale Maatschappij van België, waarvan de belangrijkste aandeelhouder niemand minder dan Koning Leopold I is een nieuwe "Société des entreprises industrielles" die Val Saint Lambert overneemt en er nieuw kapitaal inbrengt.


Kunstenaars, schilders, keramisten zoals Camille Renard, Jeanne Tixhon, Romain Gevaert, Philippe Wolfers, Serrurier-Bovy geven een nieuwe wending aan de catalogus en brengen Val Saint Lambert zijn bloeitijd.


Een halve eeuw is verstreken sinds de laatste wereldoorlog. De machines hebben de mensen verdrongen, glasateliers zijn fabrieken geworden. het creatieve werk ligt in de handen van de designer. Langzaam verdwijnt de bedrevenheid. Vandaag bieden in België nog acht scholen in avondonderwijs opleidingen in glastechnieken aan: glas in lood, fusing en slumping of glasblazen.


Evenwel blies er in de Verenigde Staten en in Tsjechië in de jaren zestig nieuwe adem in het glas. Het veroverde Engeland, Duitsland, Azië en zelfs België: de "Studio Glass Movement".



De pioniers


Studio Glass Movement


De breuk met het traditionele glas uit de fabrieken komt er in de jaren zestig, waar de Tsjechische school een omwenteling teweegbrengt in het traditionele vorm en inhoud object door het creëren van abstracte vormen.


De pioniers, Libenský en Brychtová, René Roubíček, Miluše Roubíčková en Václav Cigler ontwikkelen nieuwe glastechnieken om monumentale sculpturen te creëren.

Aanwezig op de Wereldtentoonstelling van Brussel zijn ze een openbaring voor het publiek en tonen het grote potentieel van deze nieuwe golf.


In 1963 neemt Libensky de verantwoordelijkheid voor het "Glass Art" programma aan de Academie voor Toegepaste Kunsten in Praag. Een hele generatie kunstenaars uit deze instelling zullen hun stempel drukken op de tweede helft van de Twintigste Eeuw. Ontmoetingen tussen kunstenaars uit Amerika (Littleton), Duitsland (Erwin Eisch - die Bild-Werk Frauenau oprichtte), Japan (Fujita) zal resulteren in de oprichting en ontwikkeling van een beweging genaamd "Studio Glass".


In en rond Tsjechië, de Verenigde Staten en het zuidelijk halfrond (Japan, Australië) groeit het aantal kunstenaars dat van de kwaliteiten en de heropleving van "Glass Art" geniet.


De hedendaagse beweging van Studio Glass raakt in België een paar kunstenaars, waarvan de bekendste Louis Leloup is. Het was na zijn ontmoeting met Erwin Eisch dat hij voor deze nieuwe vorm van "glaskunst" gekozen heeft, met de gekende sleutel tot succes.


Experimentele centra in de VS ontwikkelen aanhoudend deze opkomende kunst.


In de late jaren tachtig verschijnen in Engeland, Duitsland, België (IKA Mechelen), Nederland (Rietveld Akademie Amsterdam), Spanje, Italië en Frankrijk nieuwe scholen, vaak gerund door docenten van de eerste generatie.


Een sterke beweging:


De "Glaskunst" die zicht overal ter wereld ontwikkelt kan niet genegeerd worden. Het is een sterke beweging die zijn theoretici en filosofen heeft, een spiritualiteit die we alleen door de hoedanigheid van het materiaal kunnen beleven. Deze beweging heeft zich parallel met die van schilder-en beeldhouwkunst ontwikkeld, zonder te worden geïntegreerd in het reguliere kunst. Is dit een kwaad, dat het in staat stelt om het staatsbestel te ontsnappen, om volkomen vrij te blijven van trends? Kunstenaars uit verschillende achtergronden; de Schone Kunsten, met een universitaire opleiding, hebben zich niet gericht naar Europa, maar naar de Verenigde Staten en Aziatische landen waar vele collecties en musea aan hun gewijd zijn.


Bron Benoit Painchart

Bestuurslid van Verribelglass.